woensdag 17 december 2008

Verhuizing.

Afgelopen maandag hadden we de laaste les op onze oude school. op 12 januari gaan we naar onze nieuwe locatie.
Ik vind het best jammer dat we weg omdat het nu veel langer reizen is en de oude school voelt veel vertrouwde.
maar ja het is voor een half jaar en daar slaan we ons wel door heen.

BSO


Een tijdje terug heb ik een weekje mee gelopen bij de bso.
ik vind dit een leuke ervaring. omdat je zo kunt zien dat de kinderen het echt leuk vinden op de bso.
de kinderen vonden het leuk dat ik er was en ik vond het leuk met de kinderen.
ik ben blij dat ik deze ervaring heb mogen meemaken.

Spw4

Eerst dacht ik zou ik hierna verder gaan leren voor spw4.
Maar ik ben toch van mening verandert dat ik hier geen behoefte meer aan heb. omdat ik graag hierna wil gaan werken in de kinderopvang.
Wat doe je wanneer een kind niet praat.

Ik heb dit eerder mee gemaakt op me stage.
Daar had ik een meisje van 3,5 jaar dat niet wilde praten en zei de hele dag niks.
Ik ben haar toen gaan observeren en daar bleek uit dat ze weinige praten.
Ik heb allerlei activiteiten met het meisje gedaan zoals: boekjes lezen, liedjes zingen ook samen met andere kinderen.
maar ze maakte geen contact met mij.
Hebben jullie misschien nog wat tips?

Verhaaltje

Een rups in de tuin
door Aya Arezjemal, 8 jaar

Er was een meisje met haar familie en ze heet Sofi. Op een dag wil ze haar mama verrassen, ze bakt pannenkoeken. En daarna speelt Sofi buiten, ze speelt alleen. Toen keek ze achterom, en ze ziet een rups en ze vraagt aan mama of ze die rups mag houden of niet. Mama zegt ja, je mag hem houden. En ze was blij met haar nieuwe rups, ze speelt met rups in de tuin en toen was mama klaar met bakken. Daarna eet de rups samen met Sofi de pannenkoeken. Rups eet snel, zeg mama, ja alle rupsen eten snel. Sofi zegt o, dat wist ik niet. Maar ik wil weer met de rups spelen oke ? Dan geeft mam de rups een piepkleine ballon. Ja dat kan gebeuren. O, dat wist ik ook niet. Ga maar lekker met de rups spelen. Oke mam, dat ga ik doen en morgen gaan wij naar de speeltuin. Ja en nu ga ik met de rups spelen. O, ik wil je nog iets vragen want dan mag de rups morgen ook mee gaan ? Ja natuurlijk en nu ga jij met de rups spelen. Op een dag verandert de rups naar vlinder, maar Sofi wist dat niet. Mama wat gebeurt er? De rups verandert naar vlinder. Niet huilen, alle rupsen worden een vlinder. O, dat wist ik ook niet.

Darmkrampjes


bron : oudersoneline.nl


Wat te doen bij darmkrampjes?


Baby's kunnen darmkrampjes hebben, doordat de darmen moeten wennen aan het nieuwe leven. Dat is volkomen normaal. In principe valt er weinig aan te doen, behalve gewoon afwachten. Meestal lost het probleem zich na enige tijd vanzelf op.

Belangrijk om te weten is dat er meestal niets ernstigs of medisch aan de hand is. In de meeste gevallen verdwijnen de darmkrampjes na 3 tot 4 maanden. Als uw kindje goed en normaal groeit, hoeft u zich geen zorgen te maken.

Afwachten
Het advies is dan ook: afwachten, en misschien voorzichtig kleine veranderingen in de voeding aanbrengen (hoewel dat meestal weinig helpt). Ga in ieder geval niet elke dag een nieuwe voeding proberen. Want ook dat is niet goed en brengt alleen nog maar meer onrust.

Darmkrampjes zijn uiterst vervelend – misschien wel het meest voor de ouders – maar gaan uiteindelijk vanzelf weer over!

Flesvoeding
Geeft u flesvoeding, dan helpt het soms om verschillende voedingen te proberen. Hypo-allergeen is daarvan een voorbeeld, alhoewel ook deze voeding meestal weinig verbetering brengt bij darmkrampjes. Ook een voeding met een laag lactose-gehalte wil soms nog wel eens helpen.

Borstvoeding
Geeft u borstvoeding, dan kunnen bepaalde stoffen in de moedermelk een overprikkeling veroorzaken van het maagdarmkanaal van de baby. Het is een kwestie van uitproberen: goed bijhouden wat je eet, en ontdekken waar het kind last van heeft.

Meestal wordt aangeraden om voorzichtig te zijn met:


  • koffie
  • koolzuurhoudende dranken
  • specerijen
  • koolsoorten
  • citrusvruchten
  • druiven
  • aardbeien
  • chocola
  • bonen
  • uien
  • knoflook
  • prei
  • tomaten
  • rabarber
  • schaaldieren

    Alcohol en roken zijn natuurlijk ook af te raden.

  • Wat ga ik doen Na mijn opleiding.


    Na mijn opleiding ga ik stoppen met school. Ik heb gevonden wat ik graag wilde doen. Ik wil graag met kleine kinderen werken.
    Ik heb veel moeite moeten doen om hier te komen omdat ik altijd moeilijk heb gehad met leren. ik ben meer iemand die van de praktijk houdt. En mij droom is om op een kinderdagverblijf te gaan werken.
    dus na mijn opleiding wil ik ook naar solliciteren in de kinderopvang.

    Wat ga ik doen Na mijn opleiding.

    Psz of Kdv


    Wat is leuker een peuterspeelzaal of een Kinderdagverblijf om stage te lopen.

    Ik vind het leuk om stage te lopen op een kinderdagverblijf omdat je kinderen de hele dag ziet. zo bouw je een beter vertrouwensrelatie met een kind op.
    maar het werk is leuker om je allerlei verschillende leeftijden hebt. en elke leeftijd heeft zijn eigen behoeftes en mogelijkheden.
    dit jaar heb ik op allebei stage gelopen.
    mijn keuze gaat toch naar een Kinderdagverblijf.

    Kind van 14 maanden verzint eigen woorden. Is dat normaal?

    Mijn dochter van 14 en een halve maand begint al een klein beetje met woordjes maken. Wat ik nu zo gek vind, is dat ze zelf woorden verzint en deze consequent voor hetzelfde onderwerp blijft gebruiken. Zo is poes 'hus'; papa, mama, opa, oma is 'tita' en lamp is 'bub'. alleen het woord appel spreekt ze feiloos uit als ze ook een appel bedoelt.

    Komt het vaker voor dat kinderen zelf woorden verzinnen voor dingen en deze zo consequent toepassen? Ze doet het al een maandje of drie. Er komen niet veel woordjes bij, ze babbelt verder heel veel melodisch koeterwaals, waar verder weinig in te herkennen is.

    antwoordt.


    Het komt inderdaad vaker voor dat kinderen zelf woorden verzinnen. Sterker nog: ik heb nog nooit van een kind gehoord dat dat niet doet!

    De 'woorden' die jouw dochter bedenkt, zijn eenvoudige lettergrepen die ze gebruikt om een paar dingen die ze belangrijk vindt uit te drukken. Ze laat daarmee zien dat ze al wel 'weet' hoe taal werkt, ook al kent ze de taal zelf nog niet. Ze gebruikt min of meer willekeurige klankpatronen als symbool voor objecten in de werkelijkheid; dat is een verschijnsel dat je in alle talen van de wereld terugziet.

    In de loop van de taalontwikkeling veranderen de woorden die kinderen verzinnen van karakter. Oudere kinderen bedenken woorden die te maken hebben met Nederlandse woorden die ze al kennen: ze noemen een pechvogel een jammerik, of spreken van aankleren in plaats van aankleden. Voor veel peuters en kleuters wordt het zelfs enige tijd een sport om zelf nieuwe woorden te verzinnen

    Bron: http://www.ouders.nl/taal/ltk0032.htm


    Kerst 2008


    Het is bijna zover volgende week is het kerst.
    Op het kinderdagverblijf zijn we druk bezig met de versiering van het kinderdagverblijf.
    Zo hebben we op de groep een mooie kerstboom. Er hangen ballen in maar ook zelf gemaakte knutselwerkjes van kinderen. Ze hebben zuurstokken gemaakt en kerstbomen die ze er zelf hebben in gehangen.
    De leidsters hebben nog een slinger gemaakt samen met de kinderen.
    Ook hebben we op de ramen een mooi kerstdorp geschilderd. het ziet er mooi uit.
    Ook hebben de kinderen leuke kerstbomen geschilderd. natuurlijk hebben we ook veel liedjes gezongen met de kinderen. de hele dag staat de radio aan met de bekende kerstliedjes.
    volgende week hebben we nog een kerstlunch op het kinderdagverblijf. En dan is het Vakantie :)

    Kerst 2008

    Fruit Liedje

    Appel, peer, Banaan.
    Laat mij nu niet staan.
    Het is tijd om me op te eten
    Het drinken niet vergeten
    Appel, peer, banaan.
    laat mij nu niet staan.

    Dit zingen wij voor het fruit eten.

    Kerstactiviteit.



    Dit heb je nodig
    geel karton
    splitpennen
    gaatjes tang
    beige, blauw, rood en groen papier
    schaar
    lijm
    zwarte viltstift

    Zo ga je te werk
    Kleurrijke stermannetjes voor een vrolijk kerstfeest: eenvoudig ontwerp, gekleurde laarsjes en mutsen. Om de stermannetjes uit te printen, klik eerst op het onderstaande plaatje. Print het uit op wit papier.
    Neem de stermannetjes over op geel karton en knip ze uit. Plak op de voor- en achterkant van de uitgeknipte sterren mutsen, schoenen en handen in verschillende kleuren. Plak de gezichtjes op, teken knopen, ogen, neus en met mond met de zwarte viltstift. Plak de sterren met de punten van de handjes aan elkaar. Maak met de gaatjes tang in elke hand een klein gaatje. Verbind de sterren met elkaar d.m.v. splitpennen door deze gaatjes en hang ze op.



    Kinderopvang.

    Ik vind dat het goed is dat er kinderopvang is.
    Zo kunnen de ouders blijven werken om voor hun kind te zorgen.
    alleen vind ik het wel zielig voor sommige kinderen die dan 4x per week een hele dag er zitten.
    Zo brengen ouders en kind weinig tijd met elkaar door, want vaak worden de kinderen om half 6 opgehaald en gaan ze naar huis. Eenmaal thuis gaan ze eten en dan nog even spelen en dan weer spelen want morgen gaan ze weer naar het kinderdagverblijf.
    Als ik later zelf kinderen heb zou ik het anders gaan doen. Ik zou dan minder gaan werken of kiezen voor de Oma's die oppassen.
    ik zou mijn kind wel brengen naar de kinderopvang maar niet 4x per week.

    Ikke Ikke Ikke ( rondje advies)

    Mijn dochter eist mijn aandacht op, ik wordt er gek van.
    bijvoorbeeld wanneer de telefoon gaat. mijn peuter zit op dat moment aan tafel, helemaal verdiept aan het tekenen.
    maar zodra ik de telefoon oppakt dan begint het. dan zegt ze mama ik wil niet meer kleuren. En ze blijft dan mama mama mama roepen. Dan wordt het indringerder en de stem wordt steeds harder van haar totdat ik alleen maar gegil hoor. Ik kan dan niks anders doen en het telefoongesprek af te breken en beloof dan maar om s'avonds terug te bellen. Ik vind dit vermoeiend.
    Ligt dit aan mij, doe ik het wel goed,
    hoe pak ik dit aan?
    Hebben jullie tips?

    Onze tips:

    • Als de telefoon gaat houdt het gesprek zo kort mogelijk. dit is fijner voor u en u kind.
    • Zeg niet tegen een kind dat hij moet wachten want wachten duurt vaak het lang voor een kind.
    • Het best is toch om langere gesprekken tehouden wanneer u alleen bent.

    Stage Periode 2

    Deze stageperiode loop ik stage op een kinderdagverblijf. voor mij was dit erg wennen omdat ik hiervoor stage heb gelopen in een peuterspeelzaal.
    alles ging anders omdat je hier meer verzorgende taken krijgt. en langere werktijden dan op de peuterspeelzaal.
    ik vind het een leuke ervaring om op een kinderdagverblijf stage te lopen.
    ik ben ook erg blij dat ik van allebei wat te weten kan krijgen.
    Ik ben erg blij met deze plek.

    tips voor veilig slapen.



    Er is een aantal dingen dat je kunt doen om ervoor te zorgen dat je baby veilig kan slapen:
    • Zorg ervoor dat je baby op zijn rug blijft liggen

    De eerste twee weken is het nog veilig om je baby op zijn zij te leggen, want dan kan hij zich nog niet op zijn buikje draaien. Na deze tijd kan hij dit wel en is het dus verstandig om je baby op zijn rug te leggen. Een buikligging kan namelijk tot gevolg hebben dat de ademhaling belemmerd wordt.

    Op zijn rug ligt je baby het lekkerst en kan hij vrij en ongehinderd ademen. Het risico dat je baby overlijdt aan wiegendood wordt aanmerkelijk kleiner als hij niet op zijn buik maar op zijn rug ligt.

    Om ervoor te zorgen dat je baby op zijn rug blijft liggen, is het verstandig een trappelzak in de maat van je baby te kopen en niet één 'op de groei'. Ook is het aan te raden om de dekentjes goed vast te stoppen onder het matras. Controleer daarnaast regelmatig of je baby nog op zijn rug ligt.

    • Zorg ervoor dat je baby niet te warm of te koud wordt

    Een goede temperatuur is erg belangrijk, wanneer het gaat om veilig slapen. Vooral omdat het bekend is dat een te hoge slaaptemperatuur voor een grotere kans op wiegendood zorgt. Ook te koud slapen is niet goed voor je kind. Om het juiste slaapklimaat te creëren, moet je het beddengoed afstemmen op de temperatuur van je baby en op die van de kamer.

    Na de eerste weken is een kamertemperatuur van 16-18 °C voldoende. In de warme zomermaanden is deze temperatuur vaak niet haalbaar en zal hij wat hoger liggen. Dit is helemaal niet erg. Houd er echter wel rekening mee bij het aankleden en het toedekken van je kind.

    De temperatuur van je baby kun je het beste controleren in zijn nek of op zijn buik. De kamertemperatuur bepaal je met een thermometer.

    • Zorg dat je baby vrij kan ademen

    Natuurlijk spreekt dit advies voor zich. Maar hoe kun je dit het beste aanpakken?

    Zorg dat het beddengoed stevig vastligt en maak het bedje 'kort' op. Dat wil zeggen: leg je baby met zijn voetjes vrij dicht tegen het voeteneinde van het wiegje of ledikant en dek hem dan toe tot zijn schouders. Zo kan je kind nooit helemaal onder het beddengoed terechtkomen.

    Gebruik in het bed geen kussen, (plastic) hoofd- of zijwandbeschermers, een plasmatras, hoezen, tuigjes of koordjes.

    • De directe omgeving van je kind is rookvrij

    Er is een duidelijk verband tussen roken en wiegendood. Hoe meer sigaretten worden gerookt, des te groter het risico op wiegendood.

    Roken tijdens de zwangerschap heeft een ongunstige invloed op de zuurstofvoorziening, groei en vermoedelijk ook de longfuncties van je kind. Allemaal gevolgen die na de geboorte het risico op wiegendood vergroten.

    Luchtwegaandoeningen komen vaker voor bij kinderen van rokende ouders. Een kind rookt passief mee als je als rokende ouder (borst)voeding geeft of je kind bij je in bed neemt. Het beste is: niet roken in aanwezigheid van je kind.

    • Laat je baby niet bij je in bed slapen

    In jouw grote bed loopt je baby de kans om te stikken.

    Een dekbed is voor kinderen tot twee jaar niet veilig. Er kan sprake zijn van warmtestuwing, doordat het dekbed te goed isoleert. Je baby kan dan niet meer vrij doorademen en hij raakt zijn lichaamswarmte onvoldoende kwijt.

    Als je je baby bij je in bed neemt, is het mogelijk dat je door moeheid toch in slaap valt, ook al is het niet de bedoeling. Op een onbewust moment kun je per ongeluk de deken over je heen trekken en kan je baby in ademnood komen. Mede om deze reden raadt Sichting Consument en Veiligheid het af om je baby bij jou in het grote bed te laten slapen.

    Wil je je kind toch in de gaten houden, omdat hij bijvoorbeeld ziek is, zet dan de (reis)wieg of het campingbedje naast je eigen bed.

    • Er is voldoende afstand tussen wieg of ledikant en (gordijn)koorden en snoeren

    Wanneer je kind bij een (gordijn)koord of snoer kan, bestaat het gevaar dat hij hierin verstrikt raakt.

    maandag 15 september 2008

    Tandarts


    Veel ouders denken dat hun kind last heeft van oorpijn, hoofdpijn of aanstellerij. Dat een kind kiespijn zou kunnen hebben wordt helaas te weinig bij stilgestaan. Ook tandartsen blijken moeilijk te kunnen inschatten hoeveel pijn kinderen kunnen ondervinden. Hoe kunt u kiespijn bij uw kind herkennen?

    Gebitsverzorging
    Natuurlijk willen we allemaal het beste voor ons kind dus poetsen we vanaf het eerste tandje, desnoods met kleine vingertandenborsteltjes. Zoals elke ouder u kan vertellen is het niet altijd even gemakkelijk om bij kleine kinderen altijd even goed te poetsen. Het blijft een gepruts in kleine mondjes en de kinderen zelf ondergaan de behandeling niet altijd zonder verzet. Als er dan ook nog eens een kleine ruimte tussen kiezen zit waardoor toepassing van flos of tandenstokers noodzakelijk worden om ook daar de etensresten te verwijderen kan er een ware strijd ontstaan. Het is dus ook niet verwonderlijk dat ook kinderen, ondanks alle goede zorgen van de ouders, te maken krijgen met kiespijn. In Nederland heeft circa 50% van de vijfjarige kinderen last van tandbederf.

    Kiespijn
    Wie zelf wel eens kiespijn heeft gehad weet ook dat het niet altijd even goed te herkennen is wat er nou pijn doet. De kiespijn kan gepaard gaan met bijvoorbeeld hoofdpijn of oorpijn die heviger is dan de kiespijn zelf. Volwassenen kunnen echter wel nagaan waar die hoofdpijn of oorpijn vandaag komt. Voor kinderen is dit echter vrijwel onmogelijk. De ouders zullen dan ook op de symptomen moeten letten.

    Hoe kun je zien dat kinderen kiespijn hebben
    Judith Versloot is vorig jaar gepromoveerd op het onderwerp van kiespijn bij kinderen. Zij heeft dan ook, na onderzoek, een lijst opgesteld waarop moet worden gelet om te kijken of kinderen last hebben van kiespijn. Indien u dan ook een van de volgende punten herkent in het gedrag van uw eigen kind is het verstandig de tandarts een goed na te laten kijken of er wellicht meer aan de hand is.
    Uw kind heeft problemen/klachten als de tanden worden gepoets.
    Uw kind legt eten/zoetigheid die hij/zij normaal gesproken met plezier eet weg
    Uw kind bijt met de kiezen in plaats van met de voortanden in bijvoorbeeld een appel
    Uw kind kauwt slechts met een kant van zijn gebit.
    Uw kind heeft last bij het kauwen
    Uw kind grijpt naar zijn wang tijdens het eten
    Uw kind huilt tijdens maaltijden
    Uw kind heeft regelmatig last van oorpijn of heeft oorpijn bij het kauwen terwijl er geen andere oorzaak is voor deze oorpijn als bijvoorbeeld een oorontsteking.

    De tandarts
    Hoe eerder u de klachten ontdekt hoe eerder deze behandeld kunnen worden door de tandarts. Vaak zijn in een vroeg stadium niet echt ingrijpende behandeilngen noodzakelijk waardoor uw kind een traumatische ervaring bespaart blijft.

    Stichting Adoptievoorzieningen.


    De Stichting Adoptievoorzieningen is de landelijke organisatie die voorlichting, voorbereiding en nazorg op het gebied van adoptie in samenhang aanbiedt. In opdracht van het ministerie van Justitie verzorgt de Stichting de voorbereidingsbijeenkomsten die deel uitmaken van de adoptieprocedure. Algemene informatie over adoptie en de adoptieprocedure is beschikbaar via de telefonische informatielijn en de website. Daarnaast biedt de Stichting (opvoedings)ondersteuning aan adoptieouders en geadopteerden. Hulpverleners kunnen bij de Stichting terecht voor consultatie en deskundigheidsbevordering.


    Maria Montessori


    Bron: Wikipedia.nl


    Maria Montessori werd geboren in Chiaravalle (bij Ancona) in Italië. Na haar middelbare schooltijd koos ze voor de studie voor ingenieur, en later voor de opleiding geneeskunde. In 1896 werd zij de eerste vrouwelijke arts in Italië. In november 1896 kwam ze in het Santo Spirito-ziekenhuis in Rome in contact met kinderen die aanzienlijk gehandicapt waren in hun verstandelijke ontwikkeling. Ze ging er toe over jeugdigen te laten voelen, zien, horen en ruiken. Zij wilde die kinderen helpen een zo groot mogelijk deel van hun achterstand in te lopen en nam daarbij aanvankelijk de methoden over van twee beroemde Franse artsen, Jean Itard (1774-1838) en Édouard Séguin (1812-1880). De eerste was beroemd geworden door zijn opvoeding van de ‘Wilde van Aveyron’, de tweede door zijn werk met zwakzinnige kinderen. Maria raakte bezield door Séguins boeken en bereikte zelf met de aan haar toevertrouwde kinderen fantastische resultaten, althans volgens haar eigen beschrijving in haar boeken.
    In 1898 werd Maria Montessori directrice van een door de Italiaanse regering gesticht instituut voor de opleiding van onderwijzers voor verstandelijk gehandicapte kinderen. In 1904 werd zij benoemd tot hoogleraar in de antropologie aan de Universiteit van Rome. Zij bekleedde die leerstoel tot 1916. Tegelijk studeerde zij pedagogiek.



    vrijdag 25 januari 2008

    Overgewicht bij kinderen




    Het ontstaan van overgewicht



    Soms heeft een kind een erfelijke aanleg waardoor het te zwaar wordt. De meeste mensen met overgewicht hebben het gewone aantal vetcellen, maar deze cellen bevatten meer vet. Maar een groep mensen met overgewicht heeft meer vetcellen dan gemiddeld is. Deze groep mensen hebben vaak al op jonge leeftijd last van overgewicht. Voor deze groep is het moeilijker om af te vallen. Bij het afvallen neemt de hoeveelheid vet in de cellen namelijk wel af, maar het aantal vetcellen neemt niet af.Maar vaak ligt er toch een verkeerd eet- en beweegpatroon ten grondslag aan het overgewicht.
    Wanneer een of beide ouders kampen met overgewicht is de kans op overgewicht bij het kind groter. Gedeeltelijk wordt dit bepaald door erfelijkheid. Het kind heeft aanleg om dik te worden. Maar er blijkt ook een aangeboren voorkeur voor zoet te vinden te zijn bij deze kinderen. Naast de erfelijke factor zijn de ouders ook sterk van invloed op het gedrag van het kind. De ouders leren het kind een bepaalt eetgedrag, wat niet altijd gezond is. Maar ook door het kind te belonen voor eten van iets wat het niet lekker vindt of wanneer het kind eigenlijk geen honger heeft, leert het kind af om naar zijn/haar eigen lichaam te luisteren.
    Ook de mate van bewegen van het kind speelt een belangrijke rol in het overgewicht. Kinderen die overgewicht hebben eten vaak niet te veel maar bewegen te weinig. Regelmatig horen we dat de ouders van een kind met overgewicht melden dat hun kind als baby al minder beweeglijk was dan andere kinderen. Het zijn vaak tevreden, rustige baby's. Wel zien we dat deze baby's vaak sneller drinken, langer drinken en minder rustpauzes nemen tijdens het drinken. Hierbij kan nog opgemerkt worden dat kinderen die borstvoeding krijgen minder kans op overgewicht hebben dan kinderen die flesvoeding krijgen.





    Risico's van overgewicht



    Het eerste risico van overgewicht als kind is overgewicht als volwassenen. 80 % van de kinderen met overgewicht heeft ook als volwassene gewichtsproblemen.Overgewicht brengt een aantal risico's met zich mee. Overgewicht vergroot het risico op artrose, diabetes, hart- en vaatziekte en gewrichtsproblemen door overbelasting van de gewrichten. Maar ook psychische problemen kunnen het gevolg zijn van overgewicht. Kinderen kunnen erg gepest worden met hun over gewicht. Ze kunnen hierdoor erg onzeker worden, weinig zelfvertrouwen krijgen en zelfs depressief worden




    Aanpakken van overgewicht



    Een groot deel van de kinderen met overgewicht hoeft niet zo zeer af te vallen. Belangrijker is dat hun gewicht stabiliseert. Door de groei van het kind zal het gewicht dan meer in overeenstemming komen met de lengte. Het stabiliseren van het gewicht kan vaak bereikt worden door eens kritisch te kijken naar de eetgewoontes van het kind. Lang niet altijd is het zo dat het kind te veel eet, maar vaak eet het kind wel verkeerde dingen. De tussendoortjes zijn vaak te zoet of te vet. Daarnaast drinken veel kinderen dingen die de ouders ze geven vanuit de gedachte dat dit gezond is, zoals vruchtensap, yoghurtdrank, chocolademelk etcetera. Maar dit is gedeeltelijk een misverstand. Deze drankjes bevatten namelijk veel suikers. Hierdoor krijgt het kind veel suikers binnen wat bij overgewicht onwenselijk is. Maar door de suikers wordt ook nog eens de dorst niet weggenomen en gaat het kind dus nog meer drinken. Door het kind meer thee, water en halfvolle melk te laten drinken en de tussendoortjes wat gezonder te maken kan vaak al een vooruitgang geboekt worden.
    Maar ook regelmaat in de dag brengen is zeer belangrijk. Er moeten drie hoofdmaaltijden zijn op vaste tijden. Daarnaast zijn twee tussendoortjes geen probleem. Maar op andere tijden moet er niet meer gegeten worden. Hierdoor worden deze tijden ook niet meer geassocieerd met eten en zal er minder aan eten gedacht worden. Bij de drie hoofdmaaltijden kan met enkele aanpassingen een evenwichtiger voedingspatroon bereikt worden. Vezelrijke voeding vult beter en hierdoor eet het kind minder. Ook is het goed om te kijken naar hoe de maaltijd verloopt. In de ideale situatie verloopt de maaltijd in een ontspannen sfeer. Het kind moet geleerd worden niet te snel te eten. Door rustiger te eten ervaart het kind eerder het moment dat het wel genoeg gegeten heeft. Ook belangrijk is dat het kind leert naar de signalen van zijn of haar lichaam te luisteren. Het bord hoeft niet leeg, wanneer het kind aangeeft niet meer te hoeven.
    Naast het aanpassen van de voeding is het ook belangrijk te kijken naar hoeveel het kind beweegt. Ook hierin kan vaak met kleine aanpassingen al heel wat bereikt worden. Bijvoorbeeld het kind op de fiets naar school laten gaan zorgt al dagelijks voor beweging. Ook is het goed wanneer het kind een sportclub bezoekt. Maar hierbij is de motivatie van het kind wel belangrijk. Een kind wat met tegenzin sport zal weinig baat er bij hebben en er zo snel mogelijk weer mee stoppen. De sport/ het bewegen moet passen in het leven van het kind. Een kind wat weinig sport zal niet plotseling actief gaan sporten wanneer het op een vereniging gaat. De ouders kunnen een belangrijke rol spelen als voorbeeld en kunnen ook stimuleren door samen met het kind te gaan bewegen.

    Kinderdagverblijf



    Kinderdagverblijf Voor wie is een kinderdagverblijf?
    Bij een kinderdagverblijf, ook wel crèche genoemd, kunt u als ouder terecht voor opvang van uw kind als het tussen 0 en 4 jaar is. Baby's kunnen al in een kinderdagverblijf worden opgevangen als ze 6 weken oud zijn. Uw kind wordt opgevangen in een vaste groep van ongeveer 10 kinderen. Baby's, dreumesen en peuters zijn vaak op leeftijd ingedeeld: een horizontale groep. Het komt echter ook voor dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in één groep worden geplaatst: een verticale groep. Dit is per kinderdagverblijf verschillend. De kinderen worden begeleid en verzorgd door gediplomeerde leid(st)ers. In een kinderdagverblijf krijgt uw kind volop individuele aandacht, begeleiding en verzorging. Baby's worden gevoed, gebaad, verschoond, verzorgd, geknuffeld en getroost. De dreumesen en peuters worden gestimuleerd door middel van creatieve bezigheden, spelletjes en het samen spelen. Er is voldoende veilig speelgoed om het alle kinderen naar de zin te maken. Er wordt samen gegeten, voorgelezen, gespeeld en gezongen en daarnaast is er ook ruimschoots gelegenheid voor vrij spelen. Voor de jongsten zijn er rustige slaapplaatsen, buiten het rumoer van de groep. De dagindeling van uw kind zal er op het kinderdagverblijf zoveel mogelijk hetzelfde uitzien als de dagindeling die uw kind thuis gewend is.

    donderdag 24 januari 2008

    Stage

    Dinsdag 5 februari gaan we stage lopen
    Ik ga stage lopen op een montessori peuterspeelzaal. Ik heb er ontzettend veel zin in.
    Gisteren ben ik op kennismakings gesprek geweest. het was ontzettend leuk ook heb ik een uurtje gekeken hoe ze daar te werk gingen. Het lijkt me leuk om op een montessori peuterspeelzaal te gaan stage lopen want het is heel anders op een gewone peuterspeelzaal.
    Hier leren de kinderen zelfstandig te worden. Ze doen dingen op hun eigen tempo en dat maakt het zo leuk.




    Peutertelevisie.

    Televisie kijken

    Opvoeders zetten nog wel eens hun vraagtekens bij peuters en televisie. Televisiekijken zou immers een passieve bezigheid zijn.

    Uit verschillende onderzoeken is inmiddels echter gebleken dat televisiekijken voor peuters een actieve bezigheid is. Televisiekijken heeft een positief effect op de taalontwikkeling van jonge kinderen. Peuters kunnen via de televisie de wereld om hen heen ontdekken. Het medium televisie moet hierbij natuurlijk wel op een verstandige manier worden ingezet. Zo is het belangrijk welke programma's worden ingezet en dat peuters met mate televisie kijken. Peuter & televisie geeft tips op welke manier je met peuters televisie kunt kijken, maar biedt ook activiteiten aan. Deze activiteiten sluiten aan bij het televisieprogramma Het Zandkasteel en zijn prima met peuters uit te voeren na het kijken van een aflevering.



    woensdag 23 januari 2008

    ThemaTafel


    hoi allemaal,
    samen met Rianne heb ik een thema gekregen voor de tafel namelijk Kerst. De tafel stond de hele week in het OLC.
    Ook hebben we een opdracht gedaan.
    Voor kinderen van rond de vier jaar.
    We hebben kerstengeltje en kerstmannetjes van papier gemaakt die kunnen de kinderen onder de boom zetten of in de boom hangen.
    ik hoop dat jullie onze thematafel mooi vonden en de activiteit leuk vonden.
    Groetjes Nicole